Vaardigheidsmedaille van de Koninklijke Nederlandsche Brigade "Prinses Irene"
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De Vaardigheidsmedaille van de Koninklijke Nederlandse Brigade "Prinses Irene" werd in 1941 ingesteld door de Nederlandse Minister van Oorlog Adriaan Dijxhoorn die in ballingschap in Londen zetelde. De medaille was gedacht als een beloning voor het behalen van vaardigheidsproeven in diverse takken van sport. In Nederland beschikte het leger over meerdere medailles waarmee vaardige en competitieve militairen konden worden beloond. Zo waren er de Medaille voor vaardigheidsproeven van het Nederlands Olympisch Comité, Kruis voor betoonde marsvaardigheid en het Militaire Vijfkampkruis van het Nederlands Olympisch Comité. In 1959 werd de Vaardigheidsmedaille van de Nederlandse Sport Federatie ingesteld voor dezelfde vaardigheden.
De Nederlandse manschappen in Engeland, georganiseerd in de Prinses Irene Brigade waren vaak vrijwilligers en moesten worden gedrild om de strijd met de Wehrmacht die West-Europa had bezet aan te kunnen. De mannen moesten fit en geoefend zijn. De oefeningen en proeven, die met voldoende resultaat moesten worden afgelegd om de medaille te behalen, waren uitgedacht door de Algemeen Sportleider van de Brigade, de Eerste Luitenant K. Rijkens. Samen met zijn onderofficieren-sportinstructeurs stelde hij de proeven samen. De Nederlandse Korporaal Herman van den Bosch ontwierp de medaille. De bijbehorende oorkonde werd ontworpen door de Nederlandse Sergeant Rutten[1].
Er waren drie rubrieken voor de test, afhankelijk van de leeftijd van de militairen, namelijk van 18 tot en met 28 jaar, van 29 tot en met 35 jaar en vanaf 36 jaar. Aan de oudere militairen werden minder zware eisen gesteld.